Bij de invoering van de nieuwe Governance-code Publieke Omroep op 1 januari 2018, stelde de NPO dat de aanscherping van de gedragsregels bedoeld is om de onafhankelijkheid van de publieke omroep ‘verder te verankeren en te borgen’.

De verplichting geldt per 1 januari 2018, mede op verzoek van de Tweede Kamer. De gedachte is: omroepmedewerkers moeten onafhankelijk zijn. Nevenactiviteiten zouden tot belangenverstrengeling kunnen leiden, bijvoorbeeld bij het gunnen van een dienst of opdracht. Ook voor journalisten die zich laten inhuren bestaat dat risico. Vandaar dat de gedragscode vorig jaar is uitgebreid. Als omroepen een nevenfunctie van een hoofdredacteur of presentator (in vaste dienst) goedkeuren, moet die, bezoldigd of niet, in het register op de website worden vermeld. Belangrijke journalistieke en gezichtsbepalende gezichten en hoofdredacteuren moeten voortaan transparant zijn over hun extra activiteiten.

Het register met nevenfuncties van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) is nauwelijks ingevuld; slechts drie van de elf omroepen maken de nevenactiviteiten van hun journalisten openbaar terwijl dit al ruim een jaar verplicht is.

Meeste publieke omroepen voldoen niet aan verplichting

De meeste publieke omroepen houden zich niet aan de plicht nevenactiviteiten van hun journalisten openbaar te maken. Slechts drie van de elf omroepen vulden na publieke kritiek in oktober 2018 het register in op hun website. Dit zijn de NOS, VPRO en Human. De verplichting geldt voor “belangrijke journalistieke functionarissen”, “in ieder geval hoofdredacteuren en overige gezichtsbepalende presentatoren (‘anchors’)”. 

De toezichthouder CIPO stelt de komende weken om opheldering te vragen bij de omroepen die de registers niet invullen.


Het gehele artikel kunt lezen op:  Transparency International l Nederland
Datum: 18 januari 2019